Hallo, ik ben Irene en ik kom uit Indonesië. Ik spreek Indonesisch als mijn moedertaal, en daarnaast spreek ik Engels als mijn tweede taal.
Mijn familie komt uit Noord Sumatra en wij gebruiken ook thuis een andere taal (dialect): Batak taal. Ik ben getrouwd met en Indonesisch man, maar hij komt uit een andere etnische groep. Dus sinds onze huwelijk, gebruik ik Batak taal niet meer.
Engels leerde ik op school. In principe is Engels een verplichte vaak sinds middelbare school. Ik spreek, lees en schrijf best goed in Engels. Voordat ik naar Nederland verhuisd, woonde en werkte ik voor 4 jaar in Singapore. Daar gebruiken mensen Engels als de eerste taal.
Hoewel ik goed Engels kan spreken, ik vind het moeilijk voor me om een nieuwe taal te leren. Vroeger had ik zo veel taalcursussen gedaan: Duitse taal, Chinees, Japanese, maar niks werkte.
Het is gewoon moeilijk om een taal te beheersen als je dat niet dagelijks gebruikt. Zelfs Nederlands bleef moeilijk voor mij omdat wij thuis elke dag Indonesisch spraken.
Maar toch wil ik nog nieuwe talen leren. Ik gebruik Engels graag omdat ik vind het moeilijker is om iets in Indonesisch mooie schrijf. Engelse taal heeft meerdere woordenschat dan Indonesisch.
Nederlands voor mij is juist een moeilijke taal. Het lijkt of er geen vaste regels zijn in de grammatica – in vergelijking met Engels. De meer het “off” klinkt, de grotere kans is dat je een goede zin gemaakt hebt.
Ik ben echt geholpen met mijn Nederlands sinds mijn kinderen naar basisschool gaan. Mijn zoon had taalachterstand en om hem te helpen, las ik voor hem en zijn zusje honderden boeken.
Langzaam, ben ik gewend met Nederlands. Ik kan echt niet zeggen dat ik de grammatica goed begrijpend heb, maar het lijkt me dat ik een ‘patroon’ gezien heb. Dus, voor mij lezen helpt echt om de Nederlands taal te verwerven.
Ik hoop door deze cursus te volgen, ik kan echt de Nederlands beheersen in alle manieren: spreken, schrijven, luisteren en lezen.
Ik wil goed genoeg te zijn zodat op een dag kan ik misschien een opleiding doen in Nederlands taal en daarna een goede baan vinden.
En door het feit dat mijn kinderen vlotter in de Nederlands dan in Indonesisch zijn, moet ik echt goed in Nederlands kunnen zodat ik met hun echt ‘hart te hart’ kunnen praten.
Ik vind vooral spreken en schrijven nog moeilijk zijn. Ik hoop dat ik dit jaar ze kunnen verbeteren.